Mijn verhalen

Voorwoord.


Ik ben twee jaar geleden begonnen met het schrijven van verhalen. Ik heb nu toch al een beperkte oplage geschreven. Het schrijven van verhalen is gekomen doordat ik iets met mijn fantasie wilde doen, die kan ik gewoonweg niet anders kwijt. Het schrijven van verhalen is voor mij de oplossing.

De verhalen die hier onder staan geschreven berusten dan ook niet op waarheden maar zijn slechts hersen-spinsels die ik in mijn hoofd heb. Ik hoop u dan ook hiermee te kunnen vermaken omdat het daarvoor bedoeld is.

Mocht het zo zijn dat u iets te verbeteren heeft of gewoon een stukje kritiek? Aarzel dan niet om hiervoor even contact op te nemen of gewoon een stukje hier bij te posten. Ik sta er zeker voor open en zal hier dan ook zeker wat aan hebben. Ik heb nu de eerste twee hieronder laten zien en zal in later ook zeker meer laten zien. Even voor de handigheid voor u zal ik mijn verhalen onder elkaar neer gaan zetten.


Met vriendelijke groet,

Rik Verhagen. 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Als eerste een verhaal dat ik geschreven heb voor een inzending voor ´aan het woord´ een verhalen wedstrijd dat door de Cultuurpact Rivierenland georganiseerd door de Openbare Bibliotheek Rivierenland, in nauwe samenwerking met het Servicepunt Amateurkunst . Het verhaal mocht niet meer zijn dan 1500 woorden. Dit verhaal telt dan ook 1233 woorden exact en heb helaas niets mogen winnen behalve een zeer gezellige avond.  Ik wens u in ieder geval veel plezier.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De passant
Eenmaal als ik ben aangekomen bij een bankje, waar ik altijd even tot rust kan komen in het Lage land,zit er een oude man voor zich uit te staren. Het is een rustig plaatsje aan een smal landweggetje dat gelegen ligt tussen een aantal weilanden. Even voor de grote boom staan twee bankjes tegenover elkaar. Met daar vlak voor koeien en ernaast gewassen. Deze gewassen staan er weer mooi bij. Ik neem even plaats op het bankje tegenover de oude man, kijk op mijn horloge, bijna zes uur. De oude man, hij zit er gewoon, moe? Voldaan? Maar waarvan dan? Of gewoon uitgeteld van een lange wandeling. Een gezicht afgeleefd door de zware jaren arbeid naar voren starend, denkend, maar waar aan? De kleding zal mij ook al niets verraden, hij heeft gewone alledaagse kleding aan. Wel een beetje ouder, of misschien zelfs gewoon versleten, ik weet het niet. Grijs haar dat een beetje verwaaid maar waar zeker zorg aan besteed is. Naast hem rust een mooie maar eenvoudig uitgevoerde wandelstok tegen zijn rechter been. Zo nu en dan kijk ik hem eens aan. Ik herken hem ergens van. Ik probeer te achterhalen waarvan. Ik kom er maar niet op.

Een beetje zenuwachtig kijk ik even op mijn horloge, het is nog steeds bijna zes uur. De oude man blijft gewoon zitten en staart voor zich uit. Een iets bruin getint gezicht, zou hij wel Nederlands zijn? Of toch niet? Misschien eens vragen, kijk nu nog eens de oude man aan, maar zwijg, doe verder niets, uitgeteld van een dagje hard werken. Morgen, morgen moet ik weer vroeg op. Ik probeer zo even aan alle drukte te ontsnappen. Gewoon om even genieten van de rust. Ook ik zit nu als de oude man voor mij uit te staren. Jong, vol energie, hopend op een mooie toekomst die komen gaat maar ook zo moe de laatste tijd. Morgen, ja morgen een nieuwe dag. Dan kan ik weer aan de slag, maar wat zou die oude man gaan doen morgen? Waarvoor zal hij nog uitkijken? De steeds mysterieuzer lijkende man zit nog steeds voor zich uit te staren.

Het valt mij ineens op dat hij zich hier nog nooit eerder heeft laten zien. Dat terwijl ik hier toch een aantal keren in de week even tot rust kom. Gewoon even genieten van de natuur. Kijkend naar het mooie gras, de weide en de grazende koeien. Mijzelf afvragend hoe lang dit nog zal blijven bestaan. Hoe het er hier vroeger heeft uitgezien. De rust van het leven toen. Geen elektronica zoals wij dat nu kennen, geen digitale apparaten, tv en computers, gewoon een ambacht, met elkaar samen iets maken, een echt vak waar je oud mee kon worden. Met deze gedachte kijk ik de oude man nog eens aan en vraag mij af hoeveel deze man nog van de wereld begrijpt. Een wereld die ikzelf probeer te begrijpen. Ik zit hier misschien wel om de zelfde reden, de wereld raast voorbij met een hoog tempo. Vaak loop ik achter de feiten aan. ¨Hoe doen anderen dat¨ denk ik dan. Weer zie ik die man zitten, hoe was het toen, toen hij mijn leeftijd had? Of later toen hij voor zijn gezin moest zorgen? Ik denk aan mijn eigen toekomst hier, mijn toekomst nu, aan alles dat nog komen gaat, ik heb nog wel geen gezin, maar toch.

Even kijkt de oude man mij aan, hij glimlacht. Groet mij met een beleefde knik en staart weer voor zich uit. Kijkend diep in de verte met de handen naast zich op de bank. Ik groet terug en probeer dit ook net als hem vriendelijk te doen, maar zo voelt het niet. Het voelt gemaakt, niet echt gemeend zodat ik mij nu even geen houding weet te geven. De groet van hem voelde toch anders, warm eigenlijk. Dat was wat ik eigenlijk ook wilde doen, maar het lukte niet. Het maakt mij een beetje zenuwachtig en een ongemakkelijk gevoel komt naar voren terwijl de man nog gewoon voor zich uit zit te staren en mij niet in de gaten lijkt te hebben.

Mijn fantasie vertelt mij dat de oude man een groot gezin heeft gehad, meiden, jongens, maakt niet uit. Het was gezellig, familie, tijd voor elkaar om te lachen en te huilen. Een binding om samen dingen te doen, gewone dingen, leuke dingen. Ik stel mij een avondmaal voor, aan de tafel bij hem thuis. Na een dag hard werken, gewone maar echte kost. Gekookt in pannen, niet zoals nu uit de magnetron of van de afhaal. In gedachte hoor ik hem zeggen dat ze het maar goed hebben. Een fijn leven, een rijk leven. Ik stel mijzelf een leven voor waar om acht uur gezellig de koffie samen gedronken word. Tijd voor elkaar, zonder de tv, maar met het vertellen van verhalen. Luisterend naar elkaar. Tijdens deze gedachte kijkt de oude man mij weer even aan. Ook nu even een kleine maar warme lach. Ik stotter, maar zeg niets. Bewust van mijn ongemak kijk ik hem toch vriendelijk aan. Probeer dan ook dezelfde warmte uit te stralen. Ik voel mij ook even bijzonder en toch, ik kijk op tegen deze oude man, met zijn misschien wel versleten kleding en getekende gezicht van noeste arbeid. Een voorbeeld voor mij van eenvoudige oude maar wijze man. Alsof hij mij kent zoals ik mijzelf, blijf ik even zitten. Genietend van de rust, het landschap, de koeien. Eigenlijk zoals ik het altijd gewend was hier. Met een groot verschil. De warmte van de gedachte over de vervlogen tijden die ik nooit gekend heb en die ik nooit zal leren kennen.

Ineens pakt de oude man de stok die naast hem staat en leunt er nu voorover gebogen overheen. Met zijn handen gevouwen over de mooi uitgesneden kop. Dan valt mij op dat deze toch ook al wat jaartjes oud is. Zelfs ook best wel versleten. Ook nu weer vragen.... Die wandel stok, waar zou die geweest zijn. Welke reizen zou deze stok allemaal gemaakt hebben. Wat zou ik zien als ik door de ogen van deze wandel stok zou kunnen kijken?

Mijmerend laat ik mij iets achterover zakken. Kijk naar de wolken die voor bij drijven. De zon komt er maar net door. Mijmerend over een leven dat gewoon is, een leven als een eenvoudige maar goede vader. Een vader die na het werk geniet van alle dingen om hem heen, maar probeert de wereld te begrijpen omdat alles zo snel voorbij gaat, alles zo veranderd is, en dat hij niet meer kan volgen wat er allemaal gebeurd. Ik denk aan de weekeinde zoals ze toen waren en bedenk dat wij deze tijd niet meer kennen, het voetballen op straat, de strenge winters, met schaatsen die je nog onder moest binden. De warme erwtensoep in de winter bij de kachel waar het haardvuur rustig brand. Nu, ja nu gaat het werk maar door op zaterdag en zondag. Als ik voor mij kijk is de oude man ineens verdwenen. Ik kijk om mij heen, ik zie het weiland met de koeien, een laantje, de grote boom. Ik kijk naar de gewassen, die staan er nog net zo mooi bij. Ik kijk nog eens naar de lege bank, maar de oude man is verdwenen. Vertwijfeld kijk ik weer op mijn horloge, het is net zes uur.

Geschreven door Rik Verhagen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Winterbezems, heb ik geschreven na aanleiding van een kleine anekdote van een oom van mijn vrouw. Deze oom kan zeer levendig vertellen als het hem uitkomt en vanuit dit kleine stukje dat hij eens gezegd heeft. Is het verhaal Levende Bezems voort gekomen. Hij vertelde mij eens dat wanneer hij in het dorp kwam wonen niet alle gebruiken kende. Hierdoor heeft hij natuurlijk wel veel interesse in het dorpsleven en heeft dan ook aangeven wat men dan in de winter deed. Wel een buurman maakte als het rustig was bezems. En wanneer heeft een boer het rustig, inderdaad, als het winter is. Vandaar de naam winterbezems. De rest is allemaal zelf erbij verzonnen. Ik hoop ook nu weer dat u hier weer met veel plezier zult lezen.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Winterbezems
Zomaar op een lange herfstdag even voor een babbel naar de buurman. Ik weet dat hij altijd op het stukje land bezig is. Maar nu is er niets meer te doen op het land. Alles is klaar voor het volgende seizoen. Hier heeft hij toch al zo lang veel plezier aan. Werken is er voor hem niet meer bij, hij is al jaren met pensioen. Gewoon even een praatje met hem is toch altijd wel leuk, leuke verhalen, over vroeger maar ook van nu. Zomers staan we zo na het werk nog wel eens aan het hekje van het land.

Wat hem verbaasd, de nieuwe kijk op deze tijd. Alles moet vlug. En niets heeft nog kwaliteit. Gemaakt voor de garantie periode is wat hij altijd zegt. Ik merk in zijn humor altijd wel een scherpe kanttekening hierover. Een kop koffie staat altijd klaar. Dus ook nu een kopje koffie. Niet uit een machine maar gewoon gezet met heet water. Zo ook nu laat hij weer zien hoe lang zijn fluitketel nu al mee gaat. Deze is al 40 jaar oud en nog als nieuw. Kun je niet zeggen van een koffiezetapparaat, komt er dan snel achter aan.

Zoals altijd kijk ik even stiekem rond in de keuken. De ronde keukentafel een hanglamp erboven gemaakt van bruin stof en pitriet, zo één die je gemakkelijk op en neer kan schuiven. Een aanrecht dat nog van graniet gemaakt is en waarvan de kastjes geschilderd zijn met paneel deurtjes. Deze keuken is niet groot de tafel staat precies in het midden met houten stoelen er omheen. Er is geen stoel hetzelfde. Aan de andere kant van de keuken staan ook weer kasten die geschilderd zijn met daarin dezelfde paneeldeuren. Er staat ook nog eens van alles op de kasten, maar dat zijn over het algemeen potten en bussen waar weer etenswaren in zitten. Sommige staan er al heel lang.

Hij heeft wel een voorkamer, met een bankstel en een set mooie fauteuils. Maar ik heb hem daar nog nooit zien zitten. Stilzitten dat kan hij niet. Een tv heeft hij ook niet. Op de tafel liggen allemaal takjes van ongeveer 10 tot 15cm lang schat ik. Een paar mooie balkjes hout met een ronde kant aan een van de zijkanten. Waarvan er al eentje al veel gaatjes heeft. Netjes op een rij. Wat gereedschap zoals een handboor, zo eentje met een draai-werkje er aan zodat je met de hand kunt boren zonder stroom te hoeven gebruiken. Naast hem op de grond ligt een stapeltje met andere takjes. Hiervan heeft hij de takjes gemaakt denk ik. Nu wordt ik ook weer nieuwsgierig wat hij nu aan het maken is. Het leuke is dat er hier toch altijd iets op tafel ligt waar hij mee bezig is. Maar vragen is vaak niet nodig, vertellen doet hij vanzelf. Dat is gewoon even afwachten.

Even kijken we naar buiten, grijs, bewolkt, het begint met motregenen ook nog. Zo eentje waar je helemaal nat van wordt zonder dat je het in de gaten hebt. En daar komt al weer de vraag of ik weet waar hij mee bezig is. De buurman ziet meestal gelijk dat ik erg nieuwsgierig ben naar wat hij allemaal aan het doen is. Maar eerlijk gezegd heb ik geen idee. Zo verteld hij dat het vroeger normaal was om binnen dingen te doen waar je iets aan had. Zo leverde iedereen toch nog een bijdrage aan elkaar in de winter. Iedereen kon vaak wel iets, het land moest wachten, de oogst was vaak binnen en al gelijk ingewekt. En dan, televisie had je nog niet. En elkaar aan zitten staren heeft toch ook niet veel zin. Dus probeerde je je tijd nuttig maar zeker ook leuk te besteden. Zo pakt hij nu het blokje hout en legt dit voor mij neer. De gaatjes naar boven wijzend, rolt deze om zodat deze naar mij toe wijzen. De kleine takjes legt hij er onder, behoedzaam en rustig legt hij deze steeds onder een gaatje. Gaatje naast gaatje zie ik daar ineens wat het word. Hij is een bezem aan het maken. Deze bezem word word voor de Moertjes gemaakt verteld hij snel. De Moertjes zijn mensen die aan het andere kant van het dorp wonen. En hun kunnen weer heel goed manden maken. Dat zijn manden voor de was en bijvoorbeeld voor het openhaardhout in te bewaren. Dat heeft hij al eens eerder verteld. Ik dacht dat dit toch al een paar maanden geleden was toen ik op zoek was naar een mand voor op de fiets van mijn vrouw. Die wil graag een bakkersmand op de fiets. De fietsen maker kan er niet eentje bestellen die de juiste maat heeft en stevig genoeg is.

Ik herinner mij in een flits dat ik daar nog eens langs zou gaan om te vragen. Maar ja, zomaar ergens binnen lopen om te vragen of hun een mand voor mij willen maken dat durfde ik ook niet zomaar. En daarbij als ik dan wat terug moet doen? Wat moet ik dan voor hun doen? Dit is toch allemaal echt ambacht en heb ik nooit iets van geleerd. Ik kom niet uit deze streek, woon daar net en dus leerde ik dit soort dingen helemaal niet. Zo zie ik toch steeds meer in dat het leven vroeger toch ook niet veel gemakkelijker is dan dat van nu al lijkt het wel eenvoudiger. We maakten gewoon steeds alles zelf. En zo was er toch wel altijd wat te doen.

De fluitketel begint te fluiten en dus tijd voor koffie. Even later staat er een verse dampende kop koffie voor ons. Wel even oppassen, deze is vele mate heter dan die bij ons uit het koffiezet-apparaat. Ik krijg gelijk een bosje van de takjes in handen geschoven. Hij legt ook gelijk even uit hoe de stokjes bij elkaar gebonden moet gaan worden om zo met garen omwikkeld te worden. Eenmaal omwikkeld kan dit bundeltje ineens in een gaatje gestoken worden en door middel van een wigje vast geslagen worden. Geen lijm, helemaal niets. Het wigje zorgt ervoor dat het vastgeklemd wordt. Er zit nu al een bundel in en zo gedurende een half uur samen is het eerste blokje klaar. En word opzij gelegd. Tijd voor de volgende. Een tweede kop verse koffie komt er snel bij, ook deze maken we samen. De man verteld ondertussen weer van die mooie verhalen die te maken hebben met het leven op de boerderij, hoe men dus vroeger zo elkaar kon helpen. Iedereen kon wel iets. Zo maakte de moertjes manden en hij de bezems in de winter.

Geschreven door Rik Verhagen. 
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Disclaimer,
Op deze verhalen gelden wel de auteursrechtelijke beschermingen die zijn opgenomen in het wetboek auteursrechten. Het is dan ook verboden deze te gebruiken zonder toestemming van de wettelijke auteur. Voor gebruik of toestemming van plaatsing kan er contact genomen worden met de auteur. Alle verhalen berusten op eigen fantasie en er kan geen enkel recht verleend worden aan derden.